Boven: Mal met (nog rauwe) zeep.
Ik was wat aan het rondkijken op mijn Flickr account, hopeloos verwaarloosde Hyves pagina en in oude mappen op mijn laptop en kwam tot een conclusie. Ik heb een syndroom. Het ‘ik-wil-alles-zelf-kunnen-maken’ Syndroom.
Hoe het nu precies is gekomen weet ik niet. Dat het al jaren aan de gang is wel.
De groentetuin is ontstaan omdat ik kinderen zag op televisie die niet wisten waar de melk vandaan kwam of waar aardappelen groeiden. Dat kon ik me niet voorstellen en de schrik sloeg mij om het hart toen ik besefte dat ook dochter hier midden in de stad opgroeide. Waar ik vroeger vriendjes en vriendinnetjes had waar je hielp met melken of honing slingeren, heeft dochter vriendjes en vriendinnetjes die zich bezig houden met de laatste mode en welke speeltuin de zachtste tegels hebben. Daar moest ik wat aan doen. De wortelen en radijsjes waren zo geplant en brachten heel veel vriendjes en vriendinnetje van dochter hier aan huis.
Enfin.
Dat gaat over eten. Daar heb ik altijd al een passie voor gehad. Maar hoe is het gekomen dat ik zelf zeep ging maken? Ja heus, ik bezit een heuse zeepmal, zeepsnijder en twee soorten basen. Voor de geurtjes van zeep doe ik niet onder voor de Bodyshop en een klein parfumhuis zal jaloers zijn op het arsenaal aromachemicaliën die ik bezit. Af en toe kriebelt het nog en maak ik een zeep. Koffiezeep voor in de keuken, natuurlijk. Ik zal mijn Foodie-hart nooit en te nimmer verloochenen.
En zo rommel ik gewoon door. Zelf bodybutter maken. Zelf bouillonpoeder maken. Zelf pasta maken. Zelf shampoo maken. Zelf worst maken. Zelf kaas maken. Zelf groenten kweken. Zelf pepers roken. Zelf saus maken. Zelf likeur maken. Zelf appelstroop maken. Zelf pectine maken. Zelf yoghurt maken.
En ik hoor u denken: “Waarom zou je dat doen?”
Nou.
Ik weet het wel.
Omdat het kan.
En omdat ik het, met wisselend succes, ook kan.
Geef een antwoord