Kneed een deeg van de honing, gist, zout, water en bloem. Het deeg is droger dan ander deeg maar mocht het iets te droog zijn voeg dan een beetje water toe. Het deeg zal amper plakken.

Leg het deeg in een ingevette kom, keer het deeg om en dek de kom af.

Laat het deeg een uur rijzen.

Leg een bakplaat neer bekleed met een stuk bakpapier.

Verdeel het deeg in 8 gelijke stukken.

Maak er bolletjes van en dek de stukjes deeg af waar je niet mee aan het werk bent.

Rol nu onder je hand de bolletjes deeg tot strengen van ongeveer 15 centimeter lang.

Wikkel de streng om je hand en zorg dat de uiteinden onder je handpalm zitten.

Rol nu in een paar keer de uiteinden dicht onder je handpalm.

Leg de bagels op de bakplaat.

Laat de bagels nog een half uur rijzen.

Leg een bakplaat neer bekleed met bakpapier.

Verwarm de oven voor op 230 graden Celsius.

Wrijf het bakpapier in met olie. (Gepocheerde bagels willen nog wel eens plakken...)

Breng het water met de honing, baking soda en zout aan de kook. Draai zodra het water kookt het vuur zacht. Af en toe een belletje, dus heel zachtjes het water laten simmeren.

Pocheer de bagel 1 minuut en keer ze om met behulp van een schuimspaan. Pocheer de bagel nog 1 minuut.

Haal de bagel uit het water en leg op de met olie bestreken bakpapier.

Ga zo door tot alle bagels gepocheerd zijn.

Bestrijk de bagels met het losgeklopt eiwit en bestrooi met topping naar keuze.

Bak de bagels bruin en gaar in ongeveer 18 tot 20 minuten.

Haal de bagels uit de oven en laat ze afkoelen op een rek.